Nummer twaalf

door Rob Spaans

Nummer Twaalf is de titel van de nieuwste film van kunstenaar Guido van der Werve. Deze videoartiest kiest voor opmerkelijke projecten. Zo zien we hem in Nummer acht onverstoorbaar vlak voor een ijsbreker over het ijs lopen en liet hij zich voor Nummer twee door een auto aanrijden. Toch zou ik nooit van deze man hebben gehoord als ik niet van een collega een artikel van het NRC Handelsblad had gekregen. In dit artikel blijkt dat in Nummer twaalf een hoofdrol voor het schaakspel is gereserveerd.

 

Van der Werve heeft met dit project een drieluik gecreëerd, waar-bij het 1e deel zich afspeelt in de Marshall Chess Club in New York. Bobby Fischer en Marcel Duchamp waren vaste bezoekers van deze schaakclub. Hier zien we de kunstenaar een partij spelen tegen grootmeester Leonid Yudasin. Niet op een gewoon schaakbord, maar op een zogenaamde schaakpiano. Dit instrument is door Van der Werve zelf bedacht en geconstrueerd. Elk veld op het schaakbord van de schaakpiano correspondeert met een muzieknoot. Dus als een stuk verplaatst wordt, klinkt een muzieknoot. In dit deel van de film zien en horen (!) we hoe de partij zich in de beginfase ontwikkelt.

 

Het 2e en 3e deel van de film hebben geen schaakinhoud, behalve dan dat de zetten van de partij, die nog steeds gaande is, rechts onder in beeld worden weergegeven. De partij is overigens gecomponeerd door Yudasin en eindigt in een remise. Van der Werve, al van jongs af aan een schaakliefhebber, had wel aan Yudasin een aantal eisen gesteld: de opening moest het Koningsgambiet zijn, het moest een kwalitatief hoogstaande partij zijn en de partij moest eindigen in een briljante patstelling. Van der Werve over zijn keuze voor het Koningsgambiet: “Ik vind het Koningsgambiet mooi omdat het een van de meest romantische openingen is. Een soort halve zelfmoord.” (citaat NRC Handelsblad van 14-03-09).

Helaas heb ik de zetten van de partij nog niet kunnen verzamelen.

 

Van der Werve geeft ook een toelichting waarom het schaakspel een hoofdrol in Nummer twaalf heeft gekregen. Hij laat de nietigheid van de mens zien tegenover de oneindigheid van de wereld om hem heen. Dit wordt geïllustreerd in het eerste deel door het immense aantal verschillende schaakpartijen dat mogelijk is. In deel 2 en deel 3 buigt Van der Werve zich over andere oneindigheidsvraag-stukken: het schier oneindige aantal sterren en het stemmen van een piano. De beelden zijn geschoten op Mount St. Helens en ergens op de St. Andreas breuklijn. Van der Werve’s motivatie om voor een drieluik te kiezen zit in een analogie met de drie fasen van een schaakpartij: opening, middenspel en eindspel.

 

Tot 1 juni 2009 is de film Nummer twaalf te bezichtigen in museum De Hallen, in Haarlem. Daar is een tentoonstelling rond Guido van der Werve die als titel Minor Pieces (“lichte stukken”) heeft meegekregen en waar de films Nummer twaalf, Nummer zes, Nummer vier en de schaakpiano worden vertoond.