Multatuli-museum in Amsterdam

Eduard Douwes Dekker werd op 2 maart 1820 geboren op de bovenste verdieping van een klein huisje in de Korsjespoortsteeg te Amsterdam. Zijn vader was scheepskapitein en in 1838 reisde Eduard aan boord van het schip waar zijn vader het commando over voerde naar Nederlands-Indië, Aldaar trad Eduard Douwes Dekker in dienst van het Nederlands Bestuur. In de daaropvolgende jaren maakte hij gestaag promotie als bestuursambtenaar. Eind 1855 werd Eduard Douwes Dekker benoemd tot assistent-resident van Lebak op Java. In Lebak werd hij geconfronteerd met ernstig machtsmisbruik door de plaatselijke Indische hoofden. In 1856 verzocht hij om eervol ontslag, nadat zijn aanklacht tegen de regent van het district Lebak door het Nederlands-Indische bestuur was afgewezen. Tevergeefs trachtte hij op Java emplooi te vinden, onder meer op de plantage van zijn broer Jan jaar daarop keerde hij definitief terug naar Europa. In 1859 schrijft hij onder het pseudoniem Multatuli (ik heb veel (leed) gedragen) de “Max Havelaar, of De koffij-veiling der Nederlandsche Handel-Maatschappij”, één van de beroemdste boeken uit de Nederlandse literatuur. 

 

Minder bekend is dat Eduard Douwes Dekker ook een verwoed schaakspeler en correspondentieschaker was. Daarvan zijn nog diverse partijen bekend, waaronder een gewonnen correspondentiepartij tegen Prof. van der Linde (de redacteur van de Schaakwerld.)

 

En de laatste geschreven boodschap die van deze grote schrijver bekend is, is een briefkaart gestempeld op 14 februari 1887, 5 dagen voor zijn dood,  met daarop zijn zet in een correspondentiepartij met de heer A. Gorter te Hamburg: 2. … Pb8-c6

 

Thans huisvest het geboortehuis in de  Korsjespoortsteeg in Amsterdam het Multatuli-museum. Een leuk klein museum in het centrum van Amsterdam gerund door het Multatuli Genootschap dat in 1910 werd opgericht om het werk en de ideeën van Multatuli in de belangstelling te houden. “In het museum vindt u Multatuli zijn belangrijkste meubels, gebruiksvoorwerpen en zijn boeken. Zijn bureau met zijn handschrift, zijn persoonlijke bibliotheek in een fraaie vitrinekast, zijn globe, zijn reiskoffertje en de rode chaise longue, de beroemde sofa waarop hij stierf. Er hangen familieportretten en gravures. Het is alsof de schrijver elk moment kan binnenlopen om de pen weer op te nemen. Regelmatig wordt er een nieuwe tentoonstelling ingericht.”

 

Onlangs bezocht ik het Multatuli-museum, dit  mede omdat ik gehoord had, dat het schaakspel van Multatuli daar tentoongesteld zou zijn. Dat viel echter een beetje tegen; geen schaakspel te zien. Dus vertelde ik de meer dan enthousiaste gids dat ik verwacht had het schaakspel van Multatuli te zullen zien. Die ging met mij mee naar boven, maar inderdaad geen schaakspel. Dus zocht hij het schaakspel in de kelder voor mij op. Hij verontschuldigde zich ook nog voor het feit dat hij het bord niet zo gauw kon vinden, en gaf mij het schaakspel in handen.

 

Uniek dat je een dergelijk museumstuk zomaar in je handen krijgt. En daarmee heb ik dus een aantal unieke foto’s kunnen maken (zie boven). Dus als u het museum bezoekt en het schaakspel niet ziet staan; gewoon even naar vragen.

door Henk Alberts