S C H A A K G E L D : BANKBILJETTEN

 

Dat was moeilijker dan schaakpostzegels, want om te beginnen is er geen catalogus van.
De vraag die al snel opkwam: en wat verzamel ik dan?
Simpel muntjes en papiergeld in een doosje doen, of steeds meer te weten proberen te komen over de achtergronden en andere informatie die niet direct voorhanden is in de numismatische catalogi.


Het eerste dat ik tegenkwam was zogenaamd Duits noodgeld en ik had geen flauw idee wat dat was, dus de eerste zoektocht begon;


DUITS NOODGELD
Gedurende WO1 was er in Duitsland een grote inflatie en als gevolg daarvan ook een tekort aan kleingeld. Soms wordt ook beweerd dat dit kleingeld omgesmolten werd voor de oorlogsindustrie, maar daar kon ik geen harde bewijzen voor vinden.
Om voor het tekort een oplossing te vinden gaven ambtelijke instanties zogenaamd noodgeld uit. Dit „tussen-geld‟ zou dan alleen voor een korte tijd en binnen een beperkt gebied geldig zijn.
Het bekendste uit die periode is het soldaten-noodgeld, maar daar zat geen schaken tussen.
 

Na WO1 begonnen veel mensen het noodgeld te verzamelen, deels vanuit de hoop dat dit geld waardevaster zou zijn dan de torenhoge inflatie van het officiele geld en ook deels voor het verzamelen op zich.
Het gevolg daarvan was dat ook niet-ambtelijke instanties noodgeld gingen uitgeven. Op een paar uitgiften na eigenlijk alleen om de verzamelaarshonger te stillen. Voor de uitgevende instantie een winstgevende zaak omdat de meeste biljetten nooit meer omgewisseld werden voor echt geld. (schattingen zeggen dat er ongeveer 10.000 verschillende soorten noodgeld bestaan).


En daartussen zaten ook enkele series met schaken; sommige zelfs met een hele leuke achtergrond en wat ik daarvan gevonden heb wil ik U niet onthouden.


Sörup Angeln 1919 (geen datum)
Het biljet is niet zo bijzonder; qua schaken is er slechts een schaaktafeltje te zien met dame en heer en het biljet is meer propaganda om Angeln (Sleeswijk-Holstein) Duits te laten blijven.


Gross Flottbeck (geldig van 1-8 t/m 1-9 1921)
Het biljet is niet zo bijzonder, qua schaken ook hier weer een schaaktafeltje met dame en heer en Klopstock en Staudinger bij het schaakspel.


Wellicht leuk om te weten is dat in die tijd het niet ongebruikelijk was om een dame en heer bij het schaakspel af te beelden. Het verhaal er achter was dan dat de heer weliswaar met het spel van de dame verloor, maar daardoor wel „haar hand‟ won.


Ströbeck (geldig tot 31/12-1921)
Leuker wordt het al met een serie van 3 biljetjes van Ströbeck (in de middeleeuwen heette het overigens Ströpcke).
Want Ströbeck is een echt schaakdorp!
                                            Von Halberstadt im Westen,
                                            und zwischen Harz und Huy,
                                            da liegt das Dorfchen Strobeck,
                                            mit seine Schachpartie
En dat al meer dan 1000 jaar! Ook daar werd vroeger eerst geschaakt (op een bord met stukken en niet die andere betekenis uit de dikke van Dale) en dan pas getrouwd.


Verder zijn er drie verschillende series; het eenvoudigst herkenbaar aan de verschillende vormen en kleuren in de drukkers-naam onderaan het biljet.


De drie biljetten hebben een waarde van resp. 25, 50 en 75 pfennig.

 

Vrij vertaalt luidt de tekst: Graaf Guncelin, gevangene van Bisschop Arnulf van Halberstadt leert anno 1011 in de toren van Ströbeck zijn bewakers het schaakspel.

                                                                              = = = = =

 


Naast het schaakbord zijn stukken tekst te lezen waarin de kerkvorst van Brandenburg en de vorst van Halberstadt Friedrich Wilhem etc. etc. het in het midden afgebeelde schaak- en koerierspel op 13 mei 1651 aan Ströbeck heeft geschonken, waarop Ströbeck toezegt natuurlijk goed voor dat bord te zorgen.
                                                                             = = = =

 

 

Hertog Ludwig Rudolf van Braunschweig speelt een partij met de burgemeester van Ströbeck op kasteel Brandenburg in de Harz. Als de burgemeester een bedenkelijke zet wil doen roept zijn 8-jarige zoon “Vadder mit Rat”, daarmee een hint gevend dat zijn vader op het punt staat een foute zet te doen. De burgemeester bezon zich en won, maar de Hertog liet het er niet bij zitten en liet de jongen door een strenge geestelijke verder opvoeden.

 

                                

 Biljet type 1; Himmer zwart in kastje

 

Biljet type 2; Himmer Gotisch in biljetkleur

 

Biljet type 3; Himmer bruin in kastje
 

Ströbeck (geldig van 1/10-1921 tot 31/3-1922)
Deze serie van 6 biljetten ademt de (politieke) geest van die tijd uit. Het schaken wordt hier gebruikt als politiek middel.


Alle biljetten hebben dezelfde voorzijde; nl.


Op de „schaakaardbol‟ zit een hofnar met in beide handen schaaksymbolen.
Het draait bij deze serie om beinvloeding „pur sang‟; regelmatig komt de tekst voor: in-Schach-gehalten, wat zoveel betekent als in het nauw gedreven, niet veel kanten meer uitkunnen, etc.

 

 

De achterkant vertelt het verhaal en we beginnen rustig met Ströpcke in 1651 en zijn omgeving “een schaakbord in de natuur”
 

 

Ook een schaakpartij: linksonder is de Duitse adelaar te zien die alle anderen “in-Schach-halt”
                                                                                       =

 

 

Der Weltschachmeister Bismarck heeft Frankrijk “in-Schach-gehalten”
                                                                                       =

 


Het Narrenmat is een mat in twee zetten, in schaken zo‟n beetje het stomste wat je kan overkomen. De dreigende Dame is USA president Wilson en de Nar is Duitsland. Politieke achtergrond is dat Wilson bij het vredesverdrag van Versailles 14 eisen moest laten vallen
                                                                                       =


Schaak de koning! In Frankrijk heet de schaakloper fou (= nar). In deze afbeelding zet de Franse loper de Duitse keizer schaak. In het narrengewaad is kopstaand Clemenceau te ontdekken. Clemenceau wilde bij de vredesonderhandelingen in Versailles het Duitse Rijk zoveel mogelijk verzwakken door de Rijn tot militaire grens met Frankrijk te maken.
                                                                                       =

 

 

En tot slot is op dit biljetje te zien hoe Duitsland vond dat je moest denken over de verschillende landen.
Engeland; slap, quai-voornaam en ingetogen met als symbool een tabakspijprokende persoon.
USA; een dikke volgegeten amerikaan bovenop een zak met dollars
Frankrijk; in het midden afgebeeld als (halfnaakte semeuse?) de gifspugende vijand.
Verder nog wat landenkarikaturen, maar leuk is dat de titel “Pat‟ is. In het schaken een stand waarbij de een niet meer een geldige zet kan doen en de ander toch niet gewonnen heeft.
                                                                                       =

 

 

 

Konigsaue (10/6-1921?)

 


Weer een andere variant is het noodgeld van Königsaue. Het biljet bestaat uit 4 afzonderlijke 10 pfennig delen die samen 40 pfennig zijn. De achterkant laat zien dat er een mooie schaakstelling op staat die verdwijnt wanneer het biljet opgedeeld wordt in 4 delen.
De stelling is een zogenaamde mat-combinatie en in het leven gaan we allemaal „mat‟, want:
                                            Ein Schachbrett ist das ganze leben,
                                            auf dem wir nur geschoben werden,
                                            mit lichter hoffnung geht‟s uns Spiel,
                                            ein Stärkrer lenkt‟s Schachmatt in‟s Ziel.
 

Kahla (geldig van 9/7 tot en met 12/7-1921)

 


De voorkant van alle 6 de biljetten is gelijk en geeft aan dat het een „Gutschein‟ betreft van de Schaakclub Kahla, tijdens het XXIXe congres van de Thüringer Schaakbond.


Kahla is van oudsher een Porselein stad in Sachsen-Altenburg. Naast Waldenburg is Kahla zo‟n beetje de stad waar de meeste Noodgeldbiljetten uitgegeven zijn.
De serie bestaat uit 6 biljetten die, in tegenstelling tot soms kleurrijke andere varianten, in bescheiden bruin-grauw zijn gedrukt.

 


Op het eerste biljet staat de beroemde Duitse Schaakmeester Anderssen afgebeeld, samen met een stukje tekst over wie hij was en waar hij geboren was. (ja, ja in 1818 was Breslau nog echt Duits!). Hij werd in die tijd gerekend tot een van de sterkste schakers ter wereld.
                                                                                       =

 


Hierboven het tweede biljet met daarop een stelling uit een schaakpartij van Anderssen tegen Kieseritzky in Londen 1851. Deze partij ging de geschiedenis in als de „mooiste‟ ooit gespeeld.
Daarbij moet je bedenken dat het reizen in die tijd iets anders ging dan in de huidige tijd. Van Breslau naar Londen.....dat was een wereldreis. Grote schaaktoernooien waar alle wereldsterren aanwezig waren werden in die jaren om die reden niet veel gehouden. Londen 1851.....daar was de hele wereldtop wel aanwezig.
                                                                                       =

 


Schaaknoodgeld is ook leuk om de geschiedenis van het schaken te leren. Dacht men vroeger dat het schaken voor het eerst in het Griekse Rijk werd gespeeld, tegenwoordig is men van mening dat het ontstaan is uit een bordspel dat gespeeld werd in het Groot-Perzische Rijk dat zich toen uitstrekte tot voorbij het huidige India.
Uit dat Indiase deel van Perzie is bovenstaand diagram, een zgn. Schaakprobleem. De opgave is dat wit begint en in 4 zetten zwart schaakmat zet.
Ook leuk is dat Shagird bij ons Shigurd heet en dat de Fransen deze Perzische schaakspeler weer anders noemen.
                                                                                       =

 


Ken uw klassiekers.......op dit biljetje staat een ca. 900 jaar oud citaat van de perzische filosoof Omar Chriyam.
                                            Welt ist ein Schachbrett,
                                            Tag- und Nachtbeschrãgt.
                                            Wo Schicksal Menschen hin und her bewegt,
                                            sie durch einander schiebt, Schach bietet, schlãgt
                                            und nach einander in die Schachtel legt.


En die tekst is ca. 900 jaar later nog steeds van toepassing.


                                                                                       =

 


De 1e wereldoorlog als „schaakpartij‟. De witte stukken stellen Duitsland voor en de zwarte stukken “die Entente” (ofwel Frankrijk en Engeland). De witte stukken stellen het leger, de vloot, de kolonien en het Duitse Rijk voor. In de linkerbovenhoek is een Wilson-vredes-zonnetje te zien. Hiermee wordt symbolisch de 28e president van de USA bedoeld die op 8 januari 1918 zijn vredesvoorstel afkondigde. Een zonnetje aan het eind van een slachting die alleen maar verliezers kende.

 


Geheel in tegenstelling daarmee is het laatste biljetje uit de serie. Dit laat een aantal amusante dingen zien, zoals die Korkser (letterlijk: de knoeiers), die Kibitze (letterlijk: kieviten, of toeschouwers die zich met de zaak bemoeien), die Blitzspieler (de snelschaker waarbij de stukken wel erg letterlijk over het bord „blitzen‟ en Schach dem Kõnig (waar de dronken? Man letterlijk op zijn falie krijgt, terwijl zijn kameraad in de verte wegrent).


Meer schaaknoodgeld heb ik niet kunnen ontdekken de afgelopen jaren en ofschoon de zoektocht naar informatie verschrikkelijk veel tijd vrat, zijn dit toch de leukste biljetten.


                                                                                     = = =


PAUL KERES
Voor echt papiergeld, dat in Estland nog steeds wettig betaalmiddel is, moeten we naar 1991. Estland dat samen met Letland en litouwen na de eerste wereldoorlog onder Russische invloed kwam te staan, heeft namelijk ook een schaker van wereld-niveau, te weten Paul Keres. Hij is nooit officieel wereldkampioen geworden, maar had alles in zich om dat wel te halen. Hij werd soms de dupe van de Sovjet-doctrine (hij kwam niet uit het echte Rusland) en soms had hij gewoon pech door op de beslissende momenten een schaakpartij te verliezen.

 

Rechts naast zijn portret zijn schaakstukken te zien op dit in 1991 uitgegeven biljet. Bij toeval kwam ik er achter dat de biljetten daarna nog twee maal herdrukt zijn. De verschillende biljetten zijn het eenvoudigst te herkennen aan de jaartallen rechtsboven; n.l. 1991, 1992 en 1994.